Terug naar inhoudsopgave | Artikel downloaden
Bedrijven die hun technologie en (veiligheids)organisatie goed op orde hebben, zoeken de verbetering vooral in het gebruik ervan door de medewerkers. Ongevallen en incidenten hebben vaak meerdere oorzaken, waaronder gedrag.
Wat is gedrag:
Alle bewegingen van een organisatie die te observeren zijn. Er is verschil tussen aangeleerd en aangeboren gedrag. Prikkels uit de omgeving sturen grotendeels het gedrag, dat betekent dat het gedrag onbewust plaats vindt. Gedrag stuurt gedrag. Dit wil zeggen dat het gedrag van de leidinggevende vaak het gedrag op de werkvoer wordt. In organisaties waar onveilig gedrag vertoond wordt, is de kans groot dat dit onveilige gedrag (onbewust) beloond wordt door de organisatie.
Zorg er voor dat medewerkers gemotiveerd zijn om het gewenste gedrag te vertonen. Om dit te bereiken moeten medewerkers over voldoende vaardigheden / kennis kunnen beschikken. Zorg dat de medewerkers ook de gelegenheid hebben om het gewenste gedrag te kunnen vertonen door bijvoorbeeld de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen of juiste arbeidsmiddelen ter beschikking te stellen.
Laat medewerkers zich committeren aan de gemaakte afspraken (op papier) over (on)veilig gedrag.
Bepaal waar het bedrijf staat op de veiligheidsladder en bepaal uw beleid.
De veiligheidsladder is bedoeld om een dialoog met de medewerkers op gang te brengen over het hanteren van zaken en taken rondom arbeidsveiligheid. De score op de veiligheidsladder dient als uitgangspunt voor verbetervoorstellen die de medewerkers zelf formuleren.
Bron: Hearts&Mints
Het model veronderstelt dat de veiligheidscultuur in een onderneming in een bepaald stadium van volwassenheid verkeert. Het model onderkent vijf cultuurniveaus. Elk cultuurniveau geeft de ontwikkelingsfase aan waarin het bedrijf zich bevindt op het gebied van veiligheid.
S Specifiek “het gaat om dit punt….”
C Concreet Wat?
R Relevant Heeft het nut?
I Integer Ander in zijn waarde laten
P Persoonlijk “Ik vind…”
T Tijdig Direct of zo nel mogelijk
Hoe geef je feedback in de praktijk
Valkuil bij het geven van feedback
Vermijd woorden zoals niemand, altijd, allemaal, nooit, deze zijn eenvoudig te weerleggen door anderen.